Een bos bloemen op onze keukentafel. Uit meeleven opgestuurd, omdat iemand stierf.
Ze bloeien nog, niet dankzij mij. Hij stond dagen op het aanrecht, tussen de vuile vaat, nog in de doos van het bezorgbedrijf. Daarop stond ‘Ik kan bij het oud papier, ook mijn hengsels’.
Gister stond hij ineens op tafel. Blijkbaar had mijn man de energie gehad om een vaas uit de kelder te halen, die met water te vullen en de bos erin te zetten. Het elastiek van de bloemist zit nog om de stelen.
‘Met bloemen stel je het rouwproces uit,’ had de uitvaartondernemer gezegd. ‘Ze zijn mooi en ze leven, maar gaan vervolgens ook stuk voor stuk dood.’
Ze zullen in de groene bak belanden, ergens in de komende dagen. Van oud papier en dode bloemen wordt weer wat nieuws gemaakt.
Ik weet nog niet hoe wij er weer wat van gaan maken. Zonder hengsels.
Mijn boek:
Je kan tenminste zwanger worden
– en wat er nog meer niet (of wel) helpt na een miskraam
is nu overal te krijgen.
Lezersreactie: “Ik heb het in één avond uitgelezen, daarna meteen weer ingepakt en doorgegeven aan een collega die met verdriet thuis zit. En vervolgens weer een nieuwe voor mezelf besteld.”